De aankomende Warmtewet is gericht op een standaard aanpak en biedt te weinig ruimte voor innovatie en maatwerk. Dat schrijft Simon Bos in een opiniestuk voor Duurzaam Verwarmd.

Het manifest van de Warmtecoalitie is me uit het hart gegrepen. De contouren van de Warmtewet 2.0 baarden me best wel zorgen en zijn natuurlijk een beetje merkwaardig. On-Nederlands, zou ik bijna zeggen. Nederland staat om zijn innovatie bekend. Veel kleine en grote bedrijven ontwikkelen en produceren zaken, waar we de wereld gelukkig mee maken. En de kracht zit ‘m er in dat dit komt omdat elk bedrijf, elke persoon z’n eigen kennis en kunde in kan brengen. Alle gaven en talenten benutten we maximaal. We zijn gelukkig geen eenheidsworst in Nederland.

Maar met de Warmtewet 2.0 lijkt het wel die kant op te gaan. Gewoon een standaard warmtenet, die door een paar bedrijven bedacht, gerealiseerd en geëxploiteerd worden en verder geen poespas. Dat is Nederland toch niet? We zijn één van de weinige landen die het terecht aandurven om aardgas als brandstof te vervangen. Daarmee lopen we voorop in de wereld. En er zijn veel personen en bedrijven met veel kennis van warmte-opwek, warmtetransport en warmtelevering. Benut al die kennis en laat ieder doen waar hij of zij goed in is. Dan laten we zien waar Nederland voor staat en altijd al voor stond. De driedeling opwek – transport – levering is een heel logische. Daarmee daag je iedereen juist uit. Het totaalplaatje moet maatschappelijk acceptabel en betaalbaar zijn. Iedere wijk z’n eigen warmte, wat mij betreft. Met z’n eigen draagvlak en z’n eigen karakter.

Krijgen we dan een lappendeken in Nederland? Natuurlijk niet! Dat is toch in andere sectoren ook niet gebeurd? Daar vinden we het toch normaal dat de netten op grotere schaal beheerd worden door een paar partijen? Maar we kiezen wel onze eigen provider en energieleverancier. Natuurlijk valt daar ook een boek over te schrijven, maar op hoofdlijnen hebben we dat goed geregeld. En dat prikkelt de innovatie! Althans bij ons wel. Amfius richt zich op het opwekken van warmte. Warmte uit afvalwater, uit oppervlaktewater, uit de bodem, het maakt niet uit waar de warmte vandaan komt. Als het maar duurzaam én betaalbaar is.

De uitdaging is om voor elke situatie te kijken wat de meest gunstige omgevingswarmtebron is. En hoe we die het meest efficiënt kunnen realiseren en exploiteren. Dat ontwikkelen we vaak samen met warmtecoöperaties. Zij weten wat ze willen en zij willen uiteindelijk die warmte hebben. Dan alleen wordt het haalbaar en betaalbaar. Draagvlak is gegarandeerd en niemand doet moeilijk over de realisatie van het warmtenet door een andere partij. Iedereen z’n eigen kennis en kunde.

Bij centrale warmtenetten met centrale opwek door één partij, wordt de markt klein en niet meer uitdagend. En de burger betaalt dan de rekening. Als we niet meer innovatief mogen zijn en niet weten wat de burger precies wil, dan wordt het lopende-band-werk, waar je robots voor kunt inzetten.  Winstmaximalisatie wordt dan de prikkel in plaats van kostenefficiëntie.

Door gebruik te maken van lokale duurzame energiebronnen heeft Nederland écht een gasloze toekomst.

Simon Bos, manager communicatie en techniek bij Amfius